Slaapkamergeluk
Slaapkamergeluk (Soleirolia soleirolii). Wie kent het niet, dit schattige plantje met frisgroene, piepkleine blaadjes waarvan de stengeltjes zo’n 50 cm lang kunnen worden, waardoor ze over de rand van het potje gaan hangen. Als kind had ik zo’n plantje op mijn kamer hangen. Je kon het eindeloos stekken. Je knipte gewoon een stengel af en op de knopen ontloken nieuwe worteltjes om een nieuw plantje te vormen. Tijdens de handwerklessen op school maakte ik er ooit nog een macramé plantenhanger voor.
Groot was mijn verbazing in de research voor het Wildpluk Compendium dat mijn kindergeluk tot de brandnetelfamilie bleek te behoren! Het plantje prikte nog niet? Inderdaad, de stengeltjes en blaadjes zijn weliswaar behaard maar het betreffen geen prikkende haren en toch behoorde het tot de brandnetelfamilie. Weldra kwam ik tot de ontdekking dat lang niet alle planten uit de brandnetelfamilie prikken. Bijvoorbeeld ook het glaskruid dat uit deze familie in onze natuur te vinden is prikt niet! Jeetje, hoe eenvoudig kunnen we een verkeerde perceptie vormen, wanneer een stukje informatie maar vaak genoeg ons netvlies passeert … de brandnetel prikt … dus alle planten uit de brandnetelfamilie prikken. Oeps.
Terug naar slaapkamergeluk. Het plantje prikt weliswaar niet, maar : ) de groene blaadjes hebben wel, gelijk de brandnetel, een hoog gehalte aan chlorofyl én : ) : ) : ) is eveneens eetbaar. Je kunt de topjes bijvoorbeeld door salade mengen.
Op beschutte plekje, meestal langs muurtjes (van oorsprong groeit het plantje in de mediterrane landen op stenige grond, zoals rotsen), komt het plantje in bij ons verwilderd voor. Het was al heel lang mijn wens het eens tegen te komen. En, daar was ie dan!
Het is een éénslachtig, éénhuizig plantje. Dat wil zeggen dat er mannelijke en vrouwelijke bloempjes zijn en dat die samen op de plant voorkomen (ze wonen samen in hetzelfde huis). Foto is van het vrouwelijke bloempje.