Pleidooi voor de moestuinpionier

Onze natuur kent talrijke pioniersplanten: een plant die als eerste op braakliggende grond verschijnt en is opgewassen tegen de barre omstandigheden aldaar. Fanatiek beplanten deze planten ieder kaal stukje grond. Zij voorkomen uitdroging van de bodem en afbraak van de voedselrijke toplaag. Het zijn de, van voedselrijke en losse grond houdende, pioniers die elk hoekje en gaatje van onze zorgvuldig ingerichte moestuinbedden spontaan vullen. Omdat deze planten van voedselrijke, losse grond houden, vind je ze vaak langs landbouwakkers. De randen van landbouwakkers zijn echter niet de beste wildplukplekken. Het feit dat de planten ontsnapt zijn aan een rechtstreekse moord door pesticiden betekent namelijk niet dat ze op gifvrije bodem groeien. Ook de randen van landbouwakkers zijn enorm vervuild met bestrijdingsmiddelen. Weliswaar niet genoeg om het onkruid te verdelgen, maar ruim voldoende om de plant tot ongezond voedsel te maken. Waar kun je ze wel plukken? In de moestuin! Wildplukken wordt veelal geassocieerd met het zoeken naar en plukken van eetbare planten in de vrije natuur. Maar waarom niet wildplukken in de moestuin?

 

De interesse in eetbare wilde planten heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Behalve op één plek. In onze moestuinen. Als de natuur ergens onwelkom is, dan is dat wel tussen onze zorgvuldig gekweekte groentetjes. We zijn gemotiveerd geraakt om natuurlijker te tuinieren, synthetische pesticiden in te ruilen voor natuurlijke bestrijdingsmiddelen en kunstmest te vervangen door natuurlijke compost. Maar onkruid is nog altijd onwelkom: spontaan verschijnende planten worden driftig bestreden in plaats van omarmd. Standaard door te schoffelen en met de opkomst van permacultuur is bodembedekking helemaal hip en hot geworden. De bodem wordt bedekt met karton dan wel met mulch in de vorm van houtsnippers of dood plantenmateriaal. De lichtdichte laag voorkomt dat ontkiemende onkruidzaden tot een plantje kunnen uitgroeien.

 

Het consequent onderdrukken van onkruid door middel van bodembedekking was dan ook mijn enige teleurstelling toen ik in 2011 enthousiast werkte aan de vertaling van het boek Sepp Holzer’s permacultuur. Al die kostbare onkruiden mochten niet meedoen in het permacultuur landbouw- en moestuinverhaal! In 2012 bracht Jan van Arkel de Nederlandse vertaling uit, zij het met enige aarzeling. Maar het was snel duidelijk dat twijfelen of Nederland dan eindelijk klaar was voor permacultuur niet nodig was. In de jaren die volgden bleek de interesse in permacultuur explosief te groeien. Inmiddels is er een forse stapel boeken over natuurlijk tuinieren verschenen. Helaas wordt het on(gewenste)kruid nog altijd van deelname uitgesloten. Permacultuur en bodembedekking zijn twee billen in één broek.

 

Voor de duidelijkheid. Ik ben niet tegen onkruid bestrijden. Onze pioniersplanten zijn zo veel sterker dan de gekweekte groenten dat ze eenvoudigweg niet samen kunnen gaan. Pioniersplanten zijn zo’n krachtige groeiers dat ze al snel de gekweekte groenten overwoekeren. Maar dat betekent niet dat het massaal onderdrukken van onkruid nodig of zelfs gewenst is. Want talrijke van de in de moestuin on(gewenste)kruiden zijn niet alleen erg lekker, ze zijn ook enorm gezond. Deze on(gewenste)kruiden zijn, in tegenstelling tot de gangbare moestuingroenten, veel rijker aan mineralen, vitaminen én aan gezondheidsondersteunende fytonutriënten. Dus wat is dé natuurlijke oplossing? Je bestrijdt het onkruid door het te oogsten om het vervolgens op te eten!

 

Onkruid wieden is OOGSTEN. Met andere woorden: je wilde sla bij elkaar plukken. Het knopkruid ontluikt weer! De eerste paar honderd plantjes gisteren geoogst. Waar talrijke van mijn moestuinburen geërgerd de schoffel door het kruid halen, kan ik mijn geluk niet op en trek ik ze voorzichtig één voor één uit de grond. Knopkruid is een én, én, én en nog een keer een én plant. Én lekker. Én geen gedoe met pakjes zaad kopen, zaaien, uitplanten en begieten. Ze groeien helemaal vanzelf (ondanks de droogte), dat kan ik van de gekweekte sla in mijn moestuin niet zeggen. Én de slakken lusten haar niet (die racen naar de moeizaam gekweekte sla). Én het gehalte gezondheid is fantastisch. Wist je dat het plantje een antimicrobiële, ontstekingsremmende, antioxidante en leverbeschermende werking heeft. Of wat dacht je van wilde spruitgroenten! De kiemplanten van talrijke on(gewenste)kruiden zijn een heerlijke kiemgroente. Het is toch van de zotte dat we daar de bezem doorheen halen, om vervolgens in de winkel dure bakjes spruitgroente te kopen.

 

Onkruiden zijn onafhankelijke, voor zichzelf zorgende planten. Het zijn de zelfvoorzienende wezens in de moestuin! Wat willen we nog meer? Het enige wat we hoeven te doen is oogsten om op te eten. Het is een beetje de wereld op zijn kop, toch? Enerzijds dag en nacht in de moestuin zwoegen met het verzorgen van gekweekte groenten en anderzijds zwoegen met het bestrijden van de voor zichzelf zorgende groenten.

 

Het toffe is bovendien dat verschillende moestuinpioniers te plukken zijn wanneer er nog maar weinig aan gekweekte groenten is: in het vroege voorjaar en sommige pioniers groeien zelfs in de winter.

 

Heb je geen moestuin? Bezoek er dan eens eentje. Er zijn talrijke moestuinierders die maar wat blij zijn als jij ze van hun on(gewenste)kruid afhelpt.

 

Bladzijde 56-57 uit het Basiskookboek eetbare wilde planten © Marion de Kort


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.