RECEPT bijvoet olie en zalf

Bijvoet is één van dé twee planten om tijdens langere wandelingen blaren te voorkomen dan wel te verzorgen.

 

Zie ook het kleine grote handboek natuurgeneeskundige zelfzorg voor nog meer behandelingsmogelijkheden van voetblaren.

 

Benodigdheden

De verse toppen met bloemknoppen van bijvoet – de verse bloeiaartjes waarvan de bloemen nog in knop zitten van lavendel – spijsolie (bijvoorbeeld zwarte sesamolie of zonnebloemolie – bijenwas (indien je de olie tot een zalf wilt verwerken) – een hittebestendige glazen pot.

 

Werkwijze

Voor de bereiding van bijvoetzalf maak je een warm maceraat (een warm aftreksel op basis van spijsolie) van bijvoet met lavendel. De etherische olie van bijvoet verkwikt de huid van de voetzolen. Daarnaast heeft de olie een antiseptische inbreng, wat eveneens welkom is. Vocht en warmte zijn voor de meeste bacteriën en schimmels namelijk de ultieme omgeving om in te gedijen en beide zijn in schoenen aanwezig. Omdat de in bijvoet aanwezige looistoffen met hun ontstekingsremmende werking niet vetoplosbaar zijn, zullen zij niet in de olie worden opgenomen. Dit los je op door de bijvoet met lavendel aan te vullen. De etherische olie van lavendel is namelijk ontstekingsremmend. Ook brengt eveneens lavendelolie een antiseptische werking in en verder een pijnstillende (met name de linalol in de etherische olie).

 

  • Neem 1 deel bijvoet. Voor bijvoetzalf gebruik je de verse toppen met bloemknoppen. De bloemhoofdjes dienen dus nog gesloten te zijn, want zodra ze openen vervliegt de etherische olie.
  • Neem 1 deel lavendel. Gebruik de verse bloeiaartjes waarvan de bloemen nog in knop zitten.
  • Hak het plantenmateriaal klein.
  • Vul een hittebestendige pot luchtig met een gelijk deel bijvoet en lavendel en 2 delen spijsolie.
  • Sluit de pot met zijn deksel en ze de pot in een pan met water. Verwarm het water tot tegen de kook aan. Zet vervolgens de warmtebron uit.
  • Verplaats de pan met water naar een theelichtjeshouder waarin je meerdere theelichtjes hebt geplaatst. Laat het maceraat enkele uren trekken en vervolgens afkoelen.
  • De volgende dagen roer je het maceraat eerst goed door en herhaal je het verwarmingsproces. Wanneer de olie krachtig kruidig (bijvoet) en verfrissend bloemig (lavendel) geurt is je maceraat gereed. Je kunt de olie gebruiken om je voeten mee in te wrijven, maar je kunt de olie ook tot zalf verwerken.
  • Voor het maken van de zalf verwarm je de olie au-bain-marie en voeg je bijenwas toe. Zodra de bijenwas gesmolten is, haal je het pannetje van het vuur en laat je de olie afkoelen. Klop de olie tijdens het afkoelen goed op zodat je een gelijkmatige zalf verkrijgt. De hoeveelheid bijenwas is afhankelijk van de gewenste dikte van de zalf: hoe meer bijenwas hoe solider je zalf wordt. Begin met een beetje bijenwas. Vind je de zalf niet vast/stevig genoeg? Verwarm de zalf dan opnieuw en voeg meer bijenwas toe. Persoonlijk gebruik ik niet graag een vaste zalf. Waarom niet? Pure olie is optimaal verzadigd met de plantenstoffen en hoe meer bijenwas je toevoegt, hoe minder de zalf met plantenstoffen verzadigd is. Bovendien legt een vaste zalf een laagje op de huid en sluit daarmee de huid af: de huid kan niet meer goed ademen en de plantenstoffen kunnen niet goed in de huid dringen. Ik voeg dus altijd slechts zoveel bijenwas toe tot mijn olie vloeibaar lobbig is.

 

Op YouTube vind je een filmpje van de bereiding.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.